• Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

  • Zoetwatervissen.com

Vis, Voer en Aas Tips (2)


Sinds de laatste 40 jaar dat Gilbert, zich aan de waterkant vertoeft, heeft hij voor zichzelf een soort van dagboek over ( vis, voer en aas tips - info ) bijgehouden.

Dit alles hebben wij digitaal mogen maken en natuurlijk toegevoegd op onze website.
Dus voor iedereen die graag leest, neem een kijkje in de wereld van Gilbert.

( Al deze vis, voer en aas tips - info zullen worden verdeeld over meerdere pagina's )


 

VOERBESTANDDELEN

BASISBESTANDDELEN - 50 tot 60 %

Paneermeel

Paneermeel is vaak de benaming voor alles wat met maar gemalen brood te maken heeft.

Ons inziens is dit onjuist omdat er nog al wat verschil is in de diverse maalsels. Als wij paneermeel schrijven dan bedoelen we de kwaliteit die geschikt is voor menselijke consumptie. Het soortelijk gewicht houd het midden tussen beschuitmeel en broodmeel.

Paneermeel heeft een sterk werkende actie in het water. Hoe grover de maling, des te meer worden ook grote vissen aangetrokken.

Paneermeel neemt veel water op. Fijn gemalen is het wolkend en bindend, grof gemalen alleen bindend.

Droog door het afgewerkte voer vermengt vormt paneermeel ook een goed werkend bestanddeel, door droge deeltjes die zullen opstijgen, water opnemen en vervolgens weer zullen zakken. Paneermeel dient naar onze mening steeds zo fijn gemalen te zijn dat men het kan zeven door een zeef van horrengaas (2 mm).

Paneermeel doet het lokaas sneller uiteenvallen dan broodmeel. Er is ook gekleurd paneermeel in de handel, rood en geel.

Dit gekleurde paneermeel dient om de kleur van het lokaas te beïnvloeden. Men gebruikt paneermeel in traag stromend water, alsook voor kanaalvoer. Niet sterk verzadigend, verspreid zich snel in het water. Te gebruiken tot 50 %.


Broodmeel

Broodmeel wordt gemaakt van het overschot van de verkoop van de warme bakker. Broden die niet meer “dagvers” zijn kunnen niet meer verkocht worden en zijn dan geschikt voor het verwerken tot broodmeel. Het beste broodmeel krijgt men van wit brood.

Er is ook broodmeel van tarwebroden en wanneer hier uitsluitend het “bruine brood” is gemalen dan zal het soortelijk gewicht het hoogste zijn.

Het zwaarste broodmeel is dus van de tarwebroden. In het algemeen zal broodmeel zwaarder zijn dan paneermeel en beschuitmeel.

Het broodmeel is bij uitstek geschikt om te gebruiken als basis voor voer in stromende waters. Moet in fasen bevochtigd worden want het neemt veel water op.

Broodmeel werkt sterk klevend. Door voorweken kan men een nog sterkere kleefkracht bereiken. Hoge voedingswaarde, hangt veel af van de fijnheid van het maalsel.

In stromend water kan als basis 50 % broodmeel worden benut. Niet meer dan 50 % gebruiken, omdat het voer anders te vast en te taai wordt en het niet meer uiteenvalt op de bodem.


Chapelure

Vooral in België wordt onder de naam chapelure ook paneermeel verkocht. De chapelure is speciaal voor het gebruik in visvoer gebakken en fijn gemalen.

Het is lichtgeel van kleur en heeft door de fijnheid de eigenschap dat het sterk zal wolken in het water.

Voor deze chapelure wordt enkel en alleen het zogenaamde kruim van het brood gebruikt. Tevens is het brood lichter gebakken en is wat meer vet gebruikt.

Dit maakt de chapelure erg geschikt als basis voor een wedstrijdvoer in elk water.

Het heeft door het grotere vetgehalte en zeer sterke werking, kleeft prima door de fijnheid van de korrel en geeft een goede wolk in het water.

Te gebruiken in de basis tot 30 %.


Beschuitmeel

De lichtste in de meelsoorten welke in de groep basisbestanddelen gebruikt kunnen worden.

Gemalen beschuit is bij uitstek geschikt in een visvoer voor stilstaand of langzaam stromende waters is eetbaar en bindend.

Het soortelijk gewicht is erg laag. Beschuitmeel wordt gebruikt als basis voor zowel grondvoer als voor oppervlaktevoer.

Meestal wordt in een basisvoer het beschuitmeel nog wat gemengd met paneermeel omdat het voer anders snel “te licht” zal worden.

Het beschuitmeel kleeft prima en heeft bovendien een aangename geur.

Beschuitmeel heeft de tijd nodig om het vocht goed te laten inwerken, doen we dit niet dan is de kans erg groot dat we “drijvende” voerballen krijgen.

Om een mooi resultaat te verkrijgen, ongeveer 5 % beschuit in droge vorm door het afgewerkte voer mengen.

Over het algemeen geldt: hoe lichter de kleur, hoe beter de kwaliteit. Nogal voedzaam. Te gebruiken tot 40 %.


Polenta

Polenta is versneden maïs. De bloem van de maïs is gescheiden van de bast van de maïskorrel door een uitzevingsproces.

De gele bast van de maïskorrel is verder in diverse maten van grofheid gemalen. Naar onze mening behoort polenta in elk wedstrijdvoertje aanwezig te zijn omdat de vissen nadrukkelijk van de polenta eten. De beste kwaliteit polenta is de kwaliteit die extra behandeld is door verhitting met stoom.

Hierdoor is polenta kleveriger en in de basis geschikt om andere bestanddelen vast te houden. Polenta dient steeds met 15 % in het voer vertegenwoordigd te zijn.

In diep en sterk stromend water kan men de polenta voorweken met heet water, waardoor de klevende werking sterk wordt verhoogd.

In polenta onderscheidt men: Grove polenta: wordt gebruikt op diep stromend water. Door voorweken verkrijgt men een grotere kleefkracht. Max. 20 %. Italiaanse polenta: wordt gebruikt op ondiep, stilstaand of traag stromend water. Zal het voer verzwaren, maar toch makkelijk laten uiteenvallen. Max. 20 %.

Polentabloem: is het stuif dat in de zeven achterblijft na de laatste snijbewerking. Het heeft en wolkende werking en laat het voer snel uit elkaar vallen. Voor een licht voer 15 % toevoegen, voor oppervlaktevoer max. 30 %.

Gekookte Polenta: door verhitting met stoom heft de maïskorrel een groter volume gekregen. Daarna wordt de maïskorrel opnieuw gedroogd en versneden. Gekookte polenta is luchtiger en kleveriger dan gewone polenta. Te gebruiken in en zwaar voer, voor stromend water. Max. 20 %.

Voor stromend diep water kan men polenta (Italiaanse) op volgende manier bereiden. We doen de groffe polenta in een grote kookpot en zetten de polenta goed onder water. Daarna voegen we er 5 eetlepels maïsolie aan toe. Het geheel aan de kook brengen en voortdurend blijven roeren. De olie dient om de kleefkracht te verminderen en de vorming van klonters tegen te gaan. Na het kookproces zetten we de polenta onmiddellijk onder koud water. Stevig roeren is de boodschap. We krijgen zodoende een polenta die mooi van structuur is en makkelijk uit elkaar te wrijven.


GEWICHT EN KLEEFKRACHT - 10 tot 20 %

Maïsmeel

Maïsmeel bestaat uit de gemalen hele korrel maïs. De bast en de bloem blijven bij elkaar en worden niet extra bewerkt zoals bij polenta gebeurt. Maïsmeel heeft een vrij hoog soortelijk gewicht en geeft aan het voer extra gewicht. Onder bepaalde omstandigheden kan van maïsmeel ook een goede klevende werking uitgaan.

Wanneer men voor het toevoegen van het maïsmeel aan een voer het met bijna kokend water overgiet en enige tijd laat werken krijgt het maïsmeel een grotere klevende werking. Er zijn wedstrijdvissers die erg veel maïsmeel gebruiken en deze onmisbaar vinden in hun voer.

Soms wordt maïsmeel ook gekookt voordat men het in het voer gebruikt. Dit om een zeer sterke kleefkracht te bereiken bij een voer op erg stromend water.

Wij waarschuwen dat dit koken een erg hachelijke karwij is. Wanneer men niet aldoor een roerende beweging maakt in de kookpan zal de samenstelling gaan klonteren en is alles onbruikbaar. In de zomer is maïsmeel goed te gebruiken in een brasemlokaas.

Bij grote hoeveelheden kan maïsmeel verzadigend zijn. Max. 20 %.


Maïsbloem

Volgens insiders hetzelfde als polentabloem. Wordt verkregen nadat men de kiem uit de maïs heeft verwijderd.

De maïs wordt gedurende een aantal uren gestoomd om de kiem te laten uitkomen. Daarna worden maïs en kiem van elkaar gescheiden.

Er blijft een fijne bloem over die meer kleefkracht bezit dan maïsmeel. Maïsbloem geeft een meer blijvende wolk dan maïsmeel.

Mag tot 15 % van een lokaas uitmaken.


Sagomeel

Is het binnenste van de sagoboom of broodboom. Sagomeel heeft een erg aangename geur die doet denken aan vanille. Door de witte kleur kan men er een voer een lichte kleur mee geven. Voor een grondvoer is dat vaak en probleem, vandaar dat dit meel vooral in een oppervlaktevoer wordt gebruikt.

Voorwaarde is dat het meel erg fijn gemalen en homogeen van aard is. Sterk bindend en eetbaar, zwaar te verteren.

Sago kan gebruikt worden als binder in een bodemvoer, tot 20 %.

In een oppervlaktevoer moet er een extra sterk verspreiden bestanddeel mee gecombineerd worden, omdat sago alleen te klevend is.

Dosis oppervlaktevoer tot 30 %.


Maïsgluten

Maïsgluten komen vrij na het onttrekken van de kiem en het zetmeel uit de maïskorrel.

Maïsgluten is geelbruin of bruin van kleur, hebben een sterk klevende werking en zullen het voer verzwaren. Gericht op een voer voor grote vis.

Bevordert de spijsvertering.

Max. 10 %.


Prairie Gold

Is een maïsproduct met een hoog eiwitgehalte. Heeft een goede kleefkracht en is qua gebruik te vergelijken met maïsgluten.


Maïskoek - TTX

(Tourteau de maïs). Zeer rijk product. Hier onderscheiden we in feite twee soorten, namelijk “tourteau de germes”, wat overblijft na het verwijderen van de kiemen en waarbij een oliegehalte van 30 % overblijft. Is het “tourteau de maïs”, waarbij men echt de olie uit de maïs heeft gewonnen, dan blijft er maximaal 10 % olie over.

Wanneer we over grote brasem praten, is dit hét ingrediënt bij uitstek. De zomervoertjes zijn meestal heel zoet en voedzaam, waar de vis blijft op azen.

Bijvoorbeeld door toevoeging van TTX blijft de vis lang op je stek hangen, al dan niet verzadigd is er in de zomer altijd wel een plaatsje voor een lekker haakaasje.

Mag tot 30 % van een lokaas uitmaken.


Maïsvlokken

Ze lijken zeer sterk op de door ons bekende ontbijtgranen (corn flakes). Het zijn gestoomde en daarna gewalste maïskorrels.

In bijna alle droogvoer voor honden komen deze maïsvlokken voor. Ze kunnen ook afzonderlijk gekocht worden (veevoedingsector).

Perfect in een lokaas voor grote vis. De avond voor de visdag wordt de nodige hoeveelheid maïsvlokken met warm water overgoten en het geheel wordt goed door elkaar gezet. Tijdens het roeren ontstaat een melkwitte, goed ruikende vloeistof. De vlokken zullen die vloeistof opnemen en zacht worden.

Ideaal is het wanneer men dit papje met een mixer voor gebruik goed fijn kan malen.

Eventueel kan men een zoetstof (sorbitol of glucose) en geur / smaakstof toevoegen.

Tot 15 %.


F.X.-Maïs

Is gemelasseerde babycorn. Kleeft harder en is meer geschikt voor stromend water.

De houdbaarheid, zoals van alle ingrediënten die met melasse (afvalproduct van de suikerindustrie – suikerbiet) behandelt zijn, is beperkt.

Best is de F.X. zo vers mogelijk te gebruiken of zelf te maken met vloeibare melasse en gemalen babycorn.

Mag tot 20 %.


Aloë

Dit meel heeft een erg bittere smaak. Kan het best als poeder gebruikt worden in combinatie met b.v. venkel. Aloë werkt maagversterkend en eetluststimulerend.

Mag slechts in kleine hoeveelheden worden gebruikt. 1 tot 2 eetlepels per kilo voer. Bodem en oppervlakte visserij. Sterk bindend. Geen voedingwaarde.

Wanneer aloë wordt gebruikt, kunnen krachtigere meelsoorten in een samenstelling worden gebruikt. Kan vooral voordelig zijn bij het lokken van grote vis.

Vermeng het poeder met een voer bestemd voor karperachtigen. Vooral zeelt wordt door het poeder aangetrokken.

Dosis: 2 tot 5 %.


Aardappelvlokken

Aardappelvlokken zijn door dehydratatie gevormde vlokken, waaraan een middel is toegevoegd voor het tegengaan van verzuring.

Ze zijn alom bekend voor het maken van aardappelpuree. Het mengsel wordt sterk verbeterd door het toevoegen van eigeel.

Aardappelvlokken kinnen in een voersamenstelling een belangrijke rol spelen als binder of als werkend bestanddeel. Ze zijn licht van gewicht.

Er kan een flinke hoeveelheid van worden gebruikt, vooral bij het aanleggen van een karper of brasemstek.

Aardappelvlokken kan men in een voer goed herkennen. Bodemvisserij. Eetbaar en goed te verteren. In grote hoeveelheden gebruikt, erg verzadigend.

In beperkte mate is van verzadiging nauwelijks sprake. In pure vorm zijn de vlokken een goede basis voor deeg of boilies.

Dosis: 10 %.


Aardappelmeel

De bloem van aardappelen en andere knolgewassen (waaronder maniok) heeft een hoog zetmeelgehalte en is rijk aan andere derivaten.

Het meel voelt erg vast aan. Als voedingsmiddel wort aardappelmeel gebruikt als bindmiddel van sauzen. Ook in het visvoer heeft dit meel een bindende functie.

Toch zal het meel vanwege de werking niet lang bindend zijn, omdat het in het water snel oplost en de voerballen doet afbrokkelen.

Ook daarom is het zo’n interessant meel in een bodemvoer. Bodemvisserij. Bindend en licht wolkend bestanddeel.

Uiterst verzadigend en verteert niet. Matig gebruiken dus.

Een dosis van 10 % is voldoende.


Pralinor

Pralinor is een afgeleide van “praline”, een bekend suikergoed, dat gemaakt wordt van amandel die wordt gebakken is suiker.

De geur is heel apart. Indien de kwaliteit van pralinor goed is (vers dus) is de geur zeer sterk. In een grondvoer kan het grof gemalen zijn.

Het is jammer dat dit meel snel zuur wordt. Pralinor is voedzaam en verzadigend, door de componenten amandel en suiker (280 cal.).

Er moet dus spaarzaam mee worden omgesprongen. Pralinor wordt door veel vissers gebruikt in een oppervlaktevoer.

Toch is het juist in een grondvoer een waardevol product. De bindende werking is bovendien sterk.

Dosis tot 20 %.


Amandelmeel

De granen van deze plant zijn wit en olierijk. De smaak is zoet of bitter, want er zijn 2 soorten. Wordt gebruikt als een fijne maar ook als een grovere meelsoort.

Deze zeer vette meelsoort kan ook het hoofdbestanddeel zijn. Meestal wordt de bittere soort gebruikt in een voer voor grote vis. Uitsluitend bodemvisserij.

Eetbaar bindmiddel. Zeer voedzaam (600 cal.) en erg rijk aan proteïnen. Wanneer dit meel los komt is het bovendien wolkend.

Vooral te gebruiken op grote karperachtigen. Voeg er eventueel nog een digestief aroma aan toe.

Moet niet solo worden gebruikt, maar werkt door de hoge dichtheid zeer goed als bindmiddel.


Boekweit

Boekweit komt van pas bij het maken van brood. In een visvoer zal vooral de bindende werking van boekweit kunnen worden benut.

Bodemvisserij. Sterk binden en eetbaar. Verzadigend. Boekweit is niet zo bekend als voerbestanddeel.

In stromend en / of diep water komt de bindende werking zeer goed van pas. Er moet dan wel gecombineerd worden met b.v. maïsgriesmeel of polenta.

Dosis tot 20 %.


Rijstmeel

Ook genoemd rijstsemoule of rijstegries. In onze omgeving wordt rijstmeel relatief weinig gebruikt. In het voer van Franse wedstrijdvissers zal erg vaak rijstmeel voorkomen. Rijstmeel is de gemalen rijstkorrel. Het rijstmeel heeft eveneens een hoog soortelijk gewicht.

Naast het feit dat rijstmeel wordt gebruikt om aan het voer extra gewicht te geven en de kleur lichter te maken, heeft rijstmeel de eigenschap, nadat het enige tijd in het water ligt, dat het zal opzwellen. Dat bevorderd onder andere het gelijkmatig uiteen vallen van de voerbal.

Vooral wanneer men in combinatie met andere bestanddelen een zeer kleverige voerbal heeft gemaakt op stromend water is rijstmeel erg functioneel.

Rijst is nogal voedzaam. In de vorm van meel is de voedingswaarde minder. Bij een te grote dosis is rijst verzadigend (350 cal.).

Rijst bevat slechts weinig proteïnen en zal daarom minder grote vis aantrekken.

Dosis: 10 tot 20 %.


Collant - PV1

Collant PV1 is een vermalen paardenbrok. Opfokvoer voor paarden nr. 1 (ook bekend onder de naam PaVo).

Bevat een hoog percentage aan eiwitten en 20 % suiker, is sterk klevend en heeft een zeer welruikend aroma.

Door de hoeveelheid suiker zal dit meel snel klonteren. Niet geschikt voor een licht voertje. Trekt vooral grote vissen aan. Brasem en grote voorn.

Dosis: 10 %.


B.C.-collant

Is babycorn in gemalen vorm. Babycorn wordt gebruikt voor het grootbrengen van biggen en ook voor de fabricatie van eivoer voor kanaries.

Heeft een sterk klevende werking en is geel van kleur. Geschikt in een voer voor brasem.

Max. 15 %.


Kastanjemeel

Dit is een vettige meelsoort en is strek verzadigend (190 cal.). Daardoor is het meel eigenlijk alleen geschikt voor het vissen op grote exemplaren.

Het is niet bedoeld als basisbestanddeel maar kan heel goed een voer “verrijken”.

Ook bij de visserij op karper heeft kastanjemeel bewezen een goed bestanddeel te zijn.

Omdat dit product slecht verteert en sterk verzadigend is, doet men er goed aan een “maagversterkend” product als steranijs, groene anijs of basilicum toe te voegen. Daardoor komt het verteringsproces in redelijke balans.


Sojameel

Sojameel is afkomstig van de gemalen sojabonen waaruit door de industrie al een gedeelte olie en vet is verwijderd.

Bevat een hoog eiwitgehalte (48 %) en zeer geschikt in een grondvoer voor het vissen op grote vis. Bindend en eetbaar.

Een zwaar, fijnkorrelig meel dat het voer nog eens extra gewicht geeft. In het water bevordert sojameel het uit elkaar vallen van de voerballen.

Ook zorgt het voor een wolk en dus en extra lokwerking.

Stroomt het water erg hard, maak dan het voer klaar met warm water, vooral de soja krijgt dan extra kleefkracht. Een redelijk te verteren product.

Max. 20 %.


Lijnzaad

Lijnzaad (vlaszaad) kan men gemalen en ongemalen krijgen.

In gemalen toestand is het lijnzaad, zeker wanneer er warm of kokend water aan toegevoegd wordt, een bestanddeel wat enorme kleefkracht heeft.

Op zeer sterk stromend water is het noodzakelijk dat het voer zo lang mogelijk bijeen blijft.

Gemalen lijnzaad stelt de visser in staat om vaste stevige voerballen te maken. Het lijnzaad is bovendien vettig en zal ook de werking van het voer stimuleren.

Hoge voedingswaarde, zoals trouwens de meeste meelsoorten die van graan afkomstig zijn (380 cal.).

Max. 5 %.


Muesli

Dit mengsel uit noten, granen, zemelen e.d. is zwaar en heeft een prima aroma. Fijn malen. Zorgen voor gewicht en kleefkracht in het voer.


Bindmiddel

Bindmiddel zorgt voor een goede kleefkracht, maar lost in het water snel op.


Braséine

Zeer klevend. Chocoladekleurig zoet product, geschikt voor grote vis. Braseïne bruin voor voornvoer, braseïne wit voor brasem.

Max. 15 %.


Peperkoekmeel

Gemaakt van gemalen ontbijtkoek. Bevat veel zetmeel en is daarom zeer verzadigend. Zeer zoet van smaak en sterk klevend.

5 tot 15 %. (Is niet hetzelfde als épicéine).


Anco

Een paneermeelsoort die erg hard gebakken is en zeer grof van korrel. Na het toevoegen van water zuigt anco, met enige vertraging, zich geheel vol.

De grote korrels zwellen op tot kleine vlokken. In combinatie met normaal paneermeel kleeft anco enorm. Is zeer goed te gebruiken op stromend water.

Gebruik niet te veel, omdat het water dan geen invloed meer heeft op de voerbal vanwege de kleefkracht van Anco.

Anco is geheel wit van kleur.


Wouwbloem

Wouwbloem wat ook wel “farine de gaude” genoemd wordt, bestaat uit een mengeling van enkele graansoorten, meestal tarwe, maïs of rijst.

Deze graansoorten worden met stoom behandeld, gedroogd en fijn gemalen (geëxtraheerd). De kleefkracht van wouwbloem is groot.

Te gebruiken in een zwaar lokaas dat niet vlug uit elkaar mag vallen.

Max. 10 tot 15 %.


Leemaarde

Löss, wordt hoofdzakelijk gebruikt om het voer te verzwaren. De gebruikte vochtige leem dient men eerst door een zeef te drukken.

Het best is vochtige leem te gebruiken en deze bij het lokaas te voegen nadat dit volledig klaar is. Indien mogelijk vlak voor het maken van de voerballen.


WERKENDE DELEN - 30 %

Aardappelvlokken

Aardappelvlokken bestaan uit gedroogde en geplette aardappelen. De vlokken zijn vetter dan bloem. De kleur, zwak geel is bepalend voor de kwaliteit.

Vlokken hebben een min of meer klevende werking. In grote hoeveelheden, erg verzadigend, in beperkte mate nauwelijks, goed te verteren.

De aardappelvlokken nemen na enige tijd het water uit het voer op en zijn dan ook kleverig. Ook zal een deel van de vlokken gaan werken en boven het voer zweven.

Aardappelvlokken zijn zeer aantrekkelijk in een voer voor brasem en karper. Te gebruiken in een bodemlokaas. Kunnen ook bijgemengd worden nadat het voer al natgemaakt is.

Max. 10 %.

Arachide bruin.

Arachidemeel is een restproduct nadat uit de aardnoten (pinda’s) de plantaardige olie is gehaald. De kwaliteit van arachide neemt toe naarmate er meer olie in het meel is blijven zitten. Het vettige karakter van arachide staat het de visser toe een goed plakkend voer te maken. De vettige delen zullen ook erg actief zijn in het voer. Arachide is er in meerdere soorten.

Arachide normaal is de normale toestand zonder enige toevoeging.

Arachide grillé is hetzelfde meel maar dan geroosterd.

Arachide fleur anisé is hetzelfde meel maar met een geurtoevoeging van anijs. Voedend.

Max. 10 %.


Arachide puur

Bestaat uit gebroken ongebrande pinda’s. Bevat een hoog vetgehalte en bevordert zo de werking van het voer.

Zeer geschikt voor stromend water. Neemt moeilijk water op en doet het voer langzaam uit elkaar vallen.

Max. 5 %.


Kokosmeel

Kokosmeel wordt bereid uit de restproducten van de kokosnoot nadat ook hier de olie uit verwijderd is.

In feite rest dezelfde regel als het arachidemeel, hoe meer olie in het meel is blijven zitten, des te beter de kwaliteit van het voer zal zijn.

Ook kokosmeel heeft door het vettige karakter een aktieve werking. Komt het best tot zijn recht in een voer voor stilstaand niet te diep water.

Kokosmeel heeft een scherpe geur en neemt goed water op. Dit meel zorgt er voor dat de voerballen gelijkmatig uit elkaar vallen.

Is naast het gebruik in een voer voor voorn eveneens een goede toevoeging in een oppervlaktevoer en speciaal in een voer voor alvers.

Voor kleine vis. Tamelijk voedzaam.

Max. 20 %.


Sesamzaad

Heeft een nootachtige smaak en bevat veel olie. Is één van de vetste zaden (ongeveer 82 % onverzadigde vetzuren).

Laxerend. Sesamzaad moet vermalen worden met polenta, paneermeel of broodmeel. Verhoogt eveneens de werking van het voer.

Max. 5 %.


Kiemzaad

Dit is een mengeling van kiemrijpe zaden.

Hennepzaad, negerzaad, kanariezaad, millet, raapzaad, spurrie, lijnzaad, maanzaad, eventueel aangevuld met anijszaad, tarwe en gebroken rijst.

4 dagen in de week zetten, al het dan nog drijvende zaad verwijderen, even goed doorkoken en afspoelen met koud water.

De nog natte zaden mengen met paneermeel of beschuitmeel. Als het mengsel droog is, zo fijn mogelijk malen.

Voor stilstaand en stromend water te gebruiken.

Max. 25 %.


Duivenmest

De duivenmest kan zowel in droge als in natte toestand aan het voer worden toegevoegd. De natte en mogelijk verse duivenmest is het allerbeste.

Speciaal in een voer voor voorns. Door de diversiteit van de bestanddelen in de mest is de werking veelzijdig.

Naast een bindende eigenschap zullen veel organische delen van de mest loskomen uit het voer en een aktief spoor trekken in het water.

Het is een goede gewoonte om de duivenmest, vers of gedroogd, enkele uren of de avond van tevoren, voor te weken.

Daardoor ontstaat een papje dat makkelijker te verdelen is onder het voer.

Op stromend water mag de verhouding duivenmest wat groter zijn dan op stilstaand water.

Op 4 kilo voer, 1 kilo gezuiverde duivenmest. Voorn, niet geschikt voor brasem.


Druivenpitmeel

De pitten worden uit de druiven geperst, gedroogd en dan gemalen. Het meel is mager, licht en luchtig.

De geur is aangenaam. Bodemvisserij. Verspreidend. Dit meel heeft geen enkele voedingswaarde.

Het werkt laxerend en dat is in de sportvisserij belangrijk.

Dosis tot 20 %.


Hennepzaad - Kempzaad

In het voer geven we er altijd de voorkeur aan het hennepzaad te malen.

Hennepzaad kan in gemalen toestand als ruw maalsel worden toegevoegd of samen met een van de basisbestanddelen worden meegemalen, waardoor het vet van de hennep goed verdeeld wordt (25 % basisbestanddeel + 75 % hennep). Hennep is erg vettig en bevordert de aktiviteit van een voer.

Vette deeltjes zullen gaan zweven en doordat hennep de vettigheid gedeeltelijk overgeeft aan andere voerdelen is hennep in een voer onmisbaar.

Je kunt aan de gemalen hennep ook 1 theelepel olie toevoegen, het mengt goed en geeft meer werking aan je voer. Zeer voedzaam, bevat 37 % olie. Max. 10 %.

Men kan hennepzaad op verschillende wijzen bereiden

a] Hennep in geweekte vorm: De hennep wordt zeer fijn gemalen. Enkele uren voor het bereiden van het visvoer of de avond van tevoren gieten we kokend water over de gemalen hennep. Deze zal, onder invloed van het kokend water, onmiddellijk wit uitslaan. We laten alles afkoelen. Dan met het vocht en de “witte” hennep het voer aanmaken.

b] Gepofte, gemalen hennep. In een voldoende grote kookpot leggen we een laag hennepzaad van ongeveer 3 cm. We voegen een ruime scheut olie (bestand tegen hoge hitte) toe. Na het branden onmiddellijk mengen met een volume paneermeel gelijk aan driemaal dit van het hennepzaad. Alles zeer fijn malen. Zonder toevoeging van water of iets dergelijks bij het voer doen. Deze bereiding heeft een zeer uitgesproken geur, vooral voorns zijn erdoor gecharmeerd. 10 %.

c] Gekookte hennep. We malen de hennep niet te fijn. De gemalen hennep overgieten we met lauw water, tot er ongeveer een drietal cm water boven staat. Dit mengsel brengen we aan de kook tot het water praktisch weg gekookt is. Laten koken op een zacht vuurtje en steeds roeren. De nog natte gekookte hennep mengen met de andere bestanddelen. De gemalen hennep overgieten met kokend heet water. Vissen we op een water waar we ook brasem mogen verwachten, passen we volgende kunstgreep toe. In het kokend water lossen we twee tot drie soeplepels honing op. Vloeibare melasse mag ook. Verder afmaken zoals boven. Hennep kan men ook koken in de magnetron. Laat het zaad daarvoor 24 uur weken in een ruime glazen (inmaak) bokaal. Kook het zaad daarna 2 maal 6 minuten op 400 watt, met een tussenpauze van 2 minuten. Zo voorkom je overkoken.

d] Hennep in gekiemde vorm. Men laat de zaadjes ongeveer 24 h. weken. Daarna koken tot de kiemen flink uitstaan. Vervolgens snel afgieten en meermaals spoelen met koud water tot de zaadjes afgekoeld zijn. Op een koele plaats en onder water bewaren tot het vertrek naar de visplaats. Door toevoeging aan het kookwater van en verroeste vijs of nagel of een klontje soda verkrijgt men donkere zaadjes. Bij gebruik van hennep in het voer, geen andere additieven toevoegen. Het is juist de weeïge geur en specifieke smaak van de hennep die de vissen zo bijzonder aantrekt.


Havermoutvlokken

De havermout wordt geplet of fijn gemalen. Vooral in een voer voor brasem en grote voorn is gemalen havermout een goed bestanddeel.

Naast een bindende werking zal havermout ook gaan zweven en de activiteit van het voer bevorderen. Havermout is vooral gericht op grote vis.

Nooit ongemalen gebruiken in stilstaand water, waar de vis rustig de tijd heeft om de stukjes havermout uit het voer te pikken.

Vertragen het uiteenvallen van de voerballen.

Max. 12 %.


Koolzaad

Ook raapzaad of zoet raapzaad genoemd. Moet steeds fijngemalen gebruikt worden.

Het is vooral in de winterdag bij het vissen in dieper water een goede toevoeging. Hoog vetgehalte en laxerende werking.

Kan in een voer voor diep, stromend water hennep vervangen. Men kan koolzaad ook voorweken of samen met een van de basisbestanddelen meemalen.

Te veel koolzaad zal er toe leiden dat de voerballen erg vast zijn en nauwelijks uiteen vallen.

Dosis: 10 %.


Kurkpoeder

Fijn gemalen kurkafval. Eigenlijk een wat onnatuurlijke toevoeging in een visvoer.

We gebruiken kurkmeel dan ook in zeer geringe mate omdat het explosief uit een voer zal vrijkomen en gaan zweven.

In een voer voor kleine vissen goed toepasbaar (ondiep water).

Kurkmeel kan men tevens gebruiken om het voer wat los te maken of om plakkerige maden en vers de vase van elkaar te scheiden.

Vermengen nadat het voer nat is gemaakt.

Max. 25 %.


Maniokmeel - (wolkvormer)

Betreft de eetbare wortel van de maniokplant. Door deze wortel te malen ontstaat het maniokmeel of ook wel tapiocameel genoemd.

Deze wolkvormer pure-sang is in elk oppervlaktevoer noodzakelijk.

In een grondvoer kan maniokmeel ook goed werk doen wanneer een duidelijk spoor gewenst is.

Maniokmeel is een meelsoort van de cassaveplant, een tropische plant. Hoe witter de kleur, hoe beter de kwaliteit.

Max. 10 %.


Melkpoeder - (wolkvormer)

In een oppervlaktevoer en speciaal in een voer voor het alveren is melkpoeder een goede toevoeging welk een wolkende kracht heeft.

Gebruik de kwaliteit voor menselijke consumptie. Ongeschikt voor stromend water.

Max. 10 %


Mergel - (wolkvormer)

Mergel wordt in droge toestand zeer fijn gemalen en is geschikt in een oppervlaktevoer en in een zgn. onderhoudsvoer als wolkvormer.

Mergel is wat zwaarder dan maniok en melkpoeder en dient dan ook zeer gedoseerd worden toegevoegd.

Wordt onder het voer gemengd nadat dit volledig is aangemaakt. Mergel wordt ook gebruikt om kleine vers de vase droog te maken en te bewaren.

Mergel heeft een witte tot gele kleur.

Max. 10 %.


Opopanax - (wolkvormer)

Een medicinale plant die men in sommige balsems verwerkt en in de apotheken veelvuldig wordt gebruikt. Dit meel is niet voedzaam.

Fijn gemalen laat opopanax zich erg goed mengen met andere voerelementen en verbetert de kwaliteit van het mengsel.

Kan voor iedere visserij worden gebruikt. Vooral in een oppervlaktevoer is het rendement goed. Geen voedingswaarde.

Kan in grote hoeveelheden worden gebruikt. De vastheid van dit meel laat toe dat men de voerballen ver kan inwerpen, zonder dat deze uiteen vallen.

Eenmaal in kontact met water valt het snel uiteen en is het sterk wolkend. Trekt vooral alvers aan.

Dosis tot 20 %.


Watervlo - Daphnia

Daphnia’s of watervlooien zijn zeer bekend als visvoer. Deze zoetwater kreeftachtige beestjes zijn vrijwel over de gehele wereld verspreid.

Natuurlijk zijn ze voor de vissport zeer geschikt. Zowel in levende vorm, als gedroogd en gedroogd gemalen, zijn watervlooien prima in een visvoer te gebruiken.

Zeer geschikt in een oppervlaktevoer of in een voertje om te vissen op halve diepte.

Eetbaar en wolkend. In elke vorm zeer voedzaam.

Kan als “geheime tip” ook toegepast worden in een bodemvoer, vooral ook wanneer er op kleine vis gevist dient te worden.

Dosis: 10 %.


Notenmeel

In de beste kwaliteit is notenmeel vettig en donker van kleur. Is zwaarder dan kokosmeel en heeft een veel aangenamere geur.

In een voer voor voorn op zijn plaats. Notenmeel bevordert evenals alle vettige delen de werking van het voer.

Te gebruiken op dieper en stromend water. Laxerend en zeer voedzaam.

Max. 20 %


Hazelnoot

Hazelnoten bevatten olie, druivesuiker en suiker.

Hazelnoot lijnkoek die tot meel vermalen is bevat nog 7 % vettige bestanddelen en benaderd qua geur de pindanoot. Bodem en oppervlaktevisserij.

Zeer voedzaam (656 cal.). Het is nodig om precies te doseren omdat hazelnoot erg snel zal verzadigen.

Het meel is zeker goed voor grote vissen, zoals karper, voorn en brasem.

Voeg er vooral een spijsverteringbevorderend bestanddeel aan toe, zeker wanneer op korte termijn resultaat gewenst is.

Dosis tot 25 %.


Oeuilettemeel

In feite is dit meel gemalen maanzaad of papaverzaad. Ook dit meel is vettig. Men kan dezelfde handelingen toepassen als bij hennep en koolzaad.

Aan oeuilettemeel wordt een bedwelmende werking toegeschreven, wij achten het vettige karakter belangrijker.

Steeds met kokend water overgieten, een kwartiertje laten afkoelen en onder het voer mengen. Is geschikt in elk type voornvoer. 5 tot 10 %.

Men kan ook de avond voor het vissen het maanzaad 2 minuten koken, 1 koffielepel sweetner toevoegen, alles mixen en door het voer mengen.


Zemelen

Bijproduct van het walsen van de tarwekorrel. Zowel grof als fijn in de handel. De groffe zemel is de buitenkant van de tarwekorrel.

De fijne zemel is het vlies tussen de buitenkant en de kern van de tarwekorrel. Nemen goed vocht op en dienen om het voer luchtiger en licht te maken.

Vergroten het volume van het voer. Zeer geschikt in een oppervlaktevoer en een lokaas voor stilstaand water.

Kunnen ook droog door het al nat gemaakt voer vermengd worden. Hebben we een lokaas te nat gemaakt, kunnen we dit verhelpen door zemelen bij te voegen.

Zemelen hebben een laxerende werking.

Te gebruiken tot 20 %.


Zonnebloempit

Deze zaden of pitten zijn erg rijk aan olie, welke gebruikt wordt in de voeding. De lijnkoek is een veevoederproduct. De zaden worden zeer fijn verpulverd.

Dat geeft een licht meel. Er wordt vooral gebruik gemaakt van dit meel indien er op stilstaand of langzaam stromend water wordt gevist.

Bodem en oppervlaktevisserij. Licht bindend en eetbaar. Dit meel kan nogal voedzaam zijn, dat hangt af van het restpercentage olie dat in het meel aanwezig is.

Door de kleur moet men secuur doseren. Ga nooit boven een dosis van 20 %


Zavel

Grondsoort die qua eigenschappen tussen leem en mergel zit. Heeft een donkere, diep oranje kleur.

Men moet zavel vochtig bewaren en voor gebruik zeven. Is licht wolkvormend.

Een lokaas van zavel, paneermeel en kleine vers de vase kan op stilstaand water dodelijk zijn.

Geschikt als basis voor een onderhoudsvoer.


 

<<< Vorige Pagina  | Volgende Pagina  >>>